Fasan Slant — Dutch Patent
Patent NL38565
Invention Veiligheidsscheerapparaat voor het verkrijgen van een trekkende snede met een tusschen een schermplaat en een dekplaat ingeklemd mes.
Filed Friday, 27th April 1934
Published Saturday, 15th February 1936
Inventor Walter Osberghaus
Language Dutch
Other countries CH180747, DE665265, US2129022
CPC Classification:
B26B21/28
For a full resolution version of the images click here
A PDF version of the original patent can be found here.
Parts not referenced in the text: None
Parts not referenced in the images: None
C. D. 672.715.3
Auteursrecht voorbehouden.
OCTROOIRAAD
NEDERLAND
Uitgegeven 15 Juli 1936.
Dagteekening 16 Juni 1936.
OCTROOI N°. 38565.
KLASSE 69. 21.
WALTER OSBERGHAUS, te Solingen, Duitschland.
Veiligheidsscheerapparaat voor het verkrijgen van een trekkende snede met een tusschen een schermplaat en een dekplaat ingeklemd mes.
Aanvrage 69259 Ned., ingediend 27 April 1934, 12 uur 18 min.; openbaar gemaakt 15 Februari 1936.
De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsscheerapparaat van het bekende type voor het verkrijgen van een trekkende snede met een tusschen een schermplaat en een dekplaat ingeklemd mes.
De uitvinding bestaat hierin, dat de hoogte der dekplaat gemeten in een doorsnede evenwijdig aan de snede van het mes nabij den langen kant van deze plaat van den eenen smallen kant van de dekplaat naar den anderen kant toeneemt, waardoor de snijhoek van het mes langs de snede overeenkomstig verandert. Hierdoor wordt bereikt, dat met dit apparaat een trekkende snede wordt uitgevoerd en dat het haar bij het afsnijden door den grooten snijhoek, die het mes heeft aan den hoogen kant van de dekplaat vlak bij den wortel gegrepen en niet slechts doorgesneden, doch tengevolge van de voortdurende verandering van den snijhoek bij het door het haar gaan van het mes in zekeren zin opgelicht wordt.
Het verkrijgen van een trekkende snede door het verhoogen van de dekplaat is bekend uit het Am. octrooischrift no. 1.690.608. Doordat de verhooging niet aan den langskant van de dekplaat ligt, maar in het midden ervan, wordt hier geen verandering van den snijhoek van het mes langs de snede verkregen. In het bijzonder komt de gunstige werking van deze uitvoering tot uiting, wanneer men deze toepast bij een scheerapparaat, waarbij voor het verkrijgen van een trekkende snede de schermplaat verwrongen is. Zoo'n apparaat is in het Duitsche octrooischrift 310.263 weergegeven.
In de teekening zijn bij wijze van voorbeeld eenige uitvoeringsvormen van het apparaat volgens de uitvinding weergegeven.
Fig. 1 toont in zijaanzicht een scheerapparaat met een bekende schermplaat en een volgensde uitvindinguitgevoerde dekplaat.
Fig. 2 geeft een apparaat weer met bekende, verwrongen schermplaat en de gebruikelijke uitvoering der dekplaat.
De fig. 3 en 4 toonen in zij- en vooraanzicht een apparaat met een verwrongen schermplaat en een dekplaat volgens de uitvinding.
De fig. 5 en 6 zijn doorsneden volgens de lijnen V—V en VI—VI van fig. 4.
De fig. 7—12 verduidelijken schematisch de ligging en de bewegingsrichting bij trekkende snede en geven vergelijkende schetsen weer van de ligging der messnede ten opzichte van de aanleglijnen bij de gebruikelijke uitvoering en de uitvoering van een van de dekplaat volgens de uitvinding voorzien scheerapparaat, alsmede een schematische schets van het door deze uitvoering verkregen aanlegvlak van het apparaat tegen de huid.
De schermplaat van het scheerapparaat is door a, het mes door b en de dekplaat door c aangeduid. Bij het gebruiken van het apparaat brengt men de dekplaat met de huid in aanraking, draait dan het apparaat, totdat men ook de schermplaat tegen de huid voelt liggen en beweegt dan het apparaat in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de aldus tot stand gebrachte aanligging langs de huid. De aanleglijnen der langskanten van de scherm- en dekplaat, welke in het in fig. 6 door s aangeduide snijhoekvlak liggen, zijn door d en e aangeduid, terwijl de bewegingsrichting van de scheerstreek met een pijl is aangeduid. Bij de gebruikelijke apparaten ligt de messnede evenwijdig ten opzichte van de aanleglijnen van de scherm- en dekplaat (fig. 8). Het mes werkt bij de beweging in de pijlrichting met een schavende snede. De messnede ligt slechts evenwijdig met de aanleglijn d van de schermplaat, terwijl de aanleglijn e der dekplaat ten opzichte hiervan divergeert. Bij den uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is dit bereikt, doordat de langsranden van de dekplaat van het eene einde naar het andere einde gelijkmatig toenemend verhoogd zijn. Tengevolge van deze verhoogingen f neemt de onderlinge afstand der beide aanleglijnen toe (fig. 9). Het mes werkt thans tengevolge van zijn schuinen stand ten opzichte van de door den richtingpijl aangeduide beweging der scheerstreek met een trekkende snede, welke bij den in fig. 7 schematisch weergegeven messtand ten opzichte van de bewegingsrichting optreedt. In fig. 12 is het door de toenemende verhooging van de aanleglijn der dekplaat ontstaande aanlegvlak schematisch weergegeven. Men ziet hoe de snijhoek zich langs de snede wijzigt.
Bij het apparaat volgens fig. 2 is de schermplaat ten opzichte van de aanleglijn e van de dekplaat verwrongen, waardoor de messnede en de aanleglijnen den in fig. 10 weergegeven stand ten opzichte van elkander en ten opzichte van de bewegingsrichting krijgen. Bij het apparaat volgens de fig. 4—6 zijn beide maatregelen tegelijkertijd toegepast. De verhoogingen f van de dekplaat en de verwringingen g der grondplaat voeren hier tot den in fig. 11 weergegeven stand der messnede ten opzichte van de aanleglijnen van het apparaat en zijn bewegingsrichting.
Conclusie.
Veiligheidsscheerapparaat voor het verkrijgen van een trekkende snede met een tusschen een schermplaat en een dekplaat ingeklemd mes, met het kenmerk, dat de hoogte van de dekplaat (c), gemeten in de doorsnede evenwijdig aan de snede van het mes (b) nabij den langen kant van deze plaat, toeneemt van den eenen smallen kant van de dekplaat naar den anderen, zoodanig, dat de snijhoek van het mes langs de snede verandert.